
Algemene gids
D-6
Gebruik de cijfertoetsen en de [–] en [+] toetsen om de
instellingen te veranderen van de parameters die verschijnen
in het linkerboven gedeelte van het display.
Voer nummers en waarden in d.m.v. de cijfertoetsen.
• Voer dezelfde cijfers in als de op dat moment getoonde
waarde.
Voorbeeld: Voer 0 3 0 3 1 in om toonnummer 001 in te
voeren.
• Negatieve waarden kunnen niet worden ingevoerd door
middel van de cijfertoetsen. Gebruik in plaats daarvan [–]
(verlagen) en [+] (verhogen).
U kunt het getoonde nummer of de getoonde waarde
veranderen door middel van [–] (verlagen) en [+] (verhogen).
• Houd één van beide toetsen in om door de getoonde
instellingen te scrollen.
• Door beide toetsen tegelijkertijd in te drukken wordt
teruggekeerd naar de (oorspronkelijke) default instelling of
de aanbevolen instelling.
U kunt de FUNCTION toets (
cs
) gebruiken om het
nagalmeffect bij te stellen, om data te wissen en om een groot
aantal digitale keyboardbewerkingen uit te voeren.
1.
Druk op
cs
om het functiemenu te tonen.
2.
Toon de gewenste functie d.m.v. de [4] ( ) en
[6] ( ) toetsen van de
br
cijfertoetsen.
• U kunt het functiemenu verlaten door te drukken op
cs
.
• Druk na de functies 8 tot en met 12 te hebben
geselecteert op de [7] (ENTER) toets van de
br
cijfertoetsen om het submenu te tonen van de items
van het menu. Selecteer vervolgens een item d.m.v. [4]
( ) en [6] ( ). U kunt een submenu verlaten door
te drukken op de [9] (EXIT) toets van de
br
cijfertoetsen.
3.
Verwijs naar de aangegeven pagina’s voor
details aangaande elke functie.
Gebruiken van de cijfertoetsen
(
br
)
Cijfertoetsen
[–] en [+] toetsen
S t . G r P n o
Instelling
FUNCTION toets (
cs
) functies
Selecteren van een functie
CTK4000_d.book 6 ページ 2008年5月12日 月曜日 午後5時25分
Komentáře k této Příručce